“Ik voel me nu, drie maanden na de explantatie, zo ontzettend fijn! Echt zooooo blij en opgelucht met mijn platte lijf. Hoe slecht ik me soms ook voelde, ik ben altijd blijven wandelen en bewegen door weer en wind. Mijn kracht vind ik door buiten te zijn. Hardlopen is mijn grootste passie, maar ook gewoon buiten in de tuin een boek lezen of heerlijk met een kop thee in de hand genieten van de vogeltjes die fluiten. Buiten krijg ik energie, ongeacht het weer.” Saskia deelt haar proces om na twee keer borstkanker weer de regie in haar leven te voelen en helemaal Saskia te zijn.
Ik had zelf de sleutels in handen
Na de eerste borstkankerachtbaan had ik veel visite van familie, buren en vriendinnen. Ze leven allemaal mee, maar het gesprek gaat vooral veel over de operatie en borstkanker. Ik wilde het weer over andere dingen hebben, de roddels in het dorp horen. Mijn oncologisch fysiotherapeut liet me zien dat ik zelf de sleutel in handen had over hoe ik mijn herstel vorm wilde geven.
Toen heb ik iedereen laten weten dat ik in een uur gesprek niet 55 minuten over kanker wil praten, maar dat ik juist ook graag van anderen hoor hoe het gaat. Die tip was echt goud waard. De ‘zieken-bezoeken’ veranderden in gezelligheid. We gingen weer naar de film, naar het terras en fijn wandelen samen. Het moment dat ik zelf aan kon geven wat ik wilde, was het punt dat ik weer gewoon Sas kon zijn in plaats van borstkankerpatiënt.
Hardlopen en mezelf een doel stellen
Daarnaast wilde ik zo snel mogelijk weer hardlopen en naar buiten. Eerst ben ik gaan wandelen en in overleg begon ik na zes weken weer met hardlopen. Mijn oncologisch fysiotherapeut zei letterlijk: “Je mag 3 km, en als het goed gaat dan blijf je toch bij 3 km en niet meer.” Het moment dat mijn tissue expanders gevuld werden kon ik gelukkig een half jaar verplaatsen van de zomer naar het najaar, want eind november stond de marathon in San Sebastian gepland. Daarvoor ben ik toen met vrienden gaan trainen. Samen fietsen en genieten daar in Spanje was een geweldige ontlading nadat ik een heftige tijd had doorgemaakt. De kanker was wel voorbij, maar mijn lichaam was erg veranderd. Eerst de amputaties en daarna de groeiende tissue expanders. Het leek wel of mijn zelfvertrouwen mee groeide. Fit worden voor de marathon was gelijk ook fit worden voor de operatie. Daar haalde ik veel positieve energie uit. Mijn focus lag op de marathon in plaats van op de operatie.
Deze tweede keer was ik het vertrouwen in mijn lichaam kwijt
Waar ik de eerste keer heel positief stond tegenover borstkanker, lukte me dat de tweede keer totaal niet. Ook dit keer was het mijn oncologisch verpleegkundige die me hiermee leerde om te gaan. Ze zei: “Jij staat positief in het leven, maar je kunt ook jouw negatieve emoties herkennen.” Die mogen er ook zijn. Duw ze niet weg, maar leer je negatieve gevoelens te omarmen. Iedereen mag weleens een off-day hebben. Die rotdagen die je ook had voordat je ziek werd. Dat heeft iedereen. “Hoe je dat ervaart, is menselijk.” Ik heb in dat tweede traject geleerd die negativiteit te doorvoelen: het mag ook niet goed gaan. Laat het maar, het mag er zijn, je hoeft niets te doen, ik mag me rot voelen en heb geen troost nodig.
Mijn proces om mijn borsten los te laten
Ik maakte me zorgen, omdat mijn implantaten de bestraling van de tweede keer kanker hadden ondergaan. In combinatie met het vele nieuws over breast implant illness begon bij mij de onrust te groeien en begon ik na te denken om ze te laten verwijderen. Tegelijkertijd voelde ik me de eerste keer na mijn amputatie vreselijk. Die eerste keer plat kon ik het nog niet omarmen. Alsof mijn buik dikker was en mijn schouders hoekig. Mijn lijf was mannelijker. Inmiddels was ik daar helemaal niet meer mee bezig, maar wel met wat die siliconen deden met mijn lichaam.
Ik wilde graag door mijn eigen plastisch chirurg geopereerd worden, want ik vertrouwde haar en had het hele traject met haar doorlopen. Ik ben er heel blij mee hoe het er nu uitziet en ik voel me nu ook veel meer mezelf. Als ik nu mijn handen op mijn borst leg, voel ik dat ik warme of koude handen heb. Mijn ribben, mijn borstspier en mijn hart kloppen. Ik kan weer op mijn buik slapen. Dit klopt voor mij. Ik heb drie paar bh’s, twee bikini’s en drie paar Qups en nu kan ik weer verder. Ik heb de silicone externe protheses teruggegeven aan mijn mammacare winkel en die gaan naar Cuba. Ik draag de SoftQups, dat lichte is gewoon zacht en fijn. Het is natuurlijk heel persoonlijk wat vrouwen kiezen, ik vind dit fijn.
Ik vind het mooi dat mensen die mij nu herkennen zeggen dat ik veel meer op de oude Sas lijk dan met mijn reconstructie. De eerste reacties waren anders, toen vroeg men wat ik nu ging doen. Lipofilling? Maar voor mij is het goed. Ik ben mijn borsten al veel langer kwijt. Dat verlies was al gedragen. Nu ben ik ook als mens gegroeid. Er zijn veel ergere dingen dan plat zijn. En niemand die het ziet, het is nu juist beter zo. Dat implantaat zat best wel hoog en rond. Nu is het weer meer mijn lijf. Zoals ik er nu in kleding uit zie, zo zag ik er vroeger ook uit.
Als ik anderen kan inspireren vind ik dat gaaf
Laatst ging ik ook weer met mijn zusje naar de sauna. Ze vroeg of ik dat niet erg vond. Maar ik ben daar niet meer mee bezig en misschien kan ik juist mensen inspireren door plat te zijn. Zelf heb ik in het verleden ook wel eens een vrouw met 1 borst gezien bij de sauna, dat vond ik toen zo krachtig en mooi. Dat beeld is me altijd bijgebleven en heeft mij geïnspireerd om nu zelf ook weer naar de sauna te gaan. Als ik zo anderen kan inspireren dan is dat gaaf.
Als vrijwilliger zet ik me graag in voor Toon Hermans Huizen. Mijn vriendin Judith, die uiteindelijk overleed aan borstkanker, had veel steun aan deze centra. Zij voelde zich ongemakkelijk overal waar mensen haar zagen als ‘die zieke vrouw’. In het Toon Hermans Huis mocht ze zichzelf zijn en was ze gewoon Judith. Door haar heb in de Toon Hermans Huizen op een nieuwe manier leren kennen. Ik draai nu twee groepen in Heerlen. Het is zo typerend, je ziet daar échte zonnestraaltjes zitten. Sommige mensen maken opmerkingen als: ‘Ik kan niet meer uit eten ‘s avonds want dan ben ik te moe.’ Dan zeggen zonnestraaltjes ‘dan ga je toch gewoon lunchen?’ Iedereen is zo op zoek. Wat kan wel? Voor iedereen is dat anders, maar het delen helpt enorm. Door de gesprekken in de groep ontdekken ook de anderen manieren om weer te stralen.
Het overlijden van Marc de Hond inspireerde mij om een boek te schrijven. Ik had zijn boek ‘licht in de tunnel’ gelezen en dacht bij mezelf: “Moet je wachten tot je nog maar één jaar te leven hebt en dan pas alles opschrijven? Waarom niet nu, om aan mijn kinderen na te laten?” Daarnaast wilde ik er ook geld mee ophalen voor een goed doel. Het KWF leek me te groot, maar de Maarten van der Weijden Foundation sprak me erg aan. Ook omdat hij kanker met sport verbindt. Mijn boek heb ik opgedragen aan mijn zieke vriendin Judith, die helaas niet meer kon genezen van borstkanker. Ze was uiteindelijk nog bij de boekpresentatie. Dat ik afscheid kon nemen van Judith op haar sterfbed, dat heeft me ook veel gebracht. We gaan uiteindelijk allemaal dood. Ik voel geen angst of onrust meer voor dat einde. Die heeft zij meegenomen. Judith heeft me laten zien dat alles wat we hebben NU is. En dat we van dit leven volop moeten genieten.
Deze blog werd gepubliceerd in het ProudBreast Magazine 2024, je vindt het verhaal van Saskia op pagina 4-5.